Modest Van Hemelen (1893-1979) was 15 jaar toen zijn vader in 1908 overleed. Als oudste zoon moest hij de hoefsmederij op het dorpsplein van Olen voortzetten.
Wanneer na de Eerste Wereldoorlog de fiets in gebruik komt, wordt er naast de hoefsmederij ook een ‘velomakerij’ opgestart. Deze zaak evolueert gunstig en de kleine fietsenmakers uit de omgeving komen in Olen fietsonderdelen kopen, wat het idee doet groeien om een groothandel te beginnen.
1948: De winkel op het Olense dorpsplein groeit uit tot een groothandelszaak.
1958: Gust en Jan Van Hemelen nemen de zaak over en starten met een fietsfabriek met eigen kaderbouw en lakkerij.